Mijn afscheidstentoonstelling en de eerste die niet af is
Nicole Spaans blogt
Als ik goed heb geteld, is Schuilen – onderduik in Culemborg 40-45 mijn 34ste tentoonstelling, die ik maakte voor het Elisabeth Weeshuis Museum. Altijd met anderen samen, natuurlijk. Grafisch vormgever Hans Bassa betrok ik vanaf dag één bij wat ik realiseerde, omdat vorm mij even lief is als inhoud. Na vijf jaar kwam Jesse Krol erbij en zo vormden we vanaf 2010 een hecht team, waarvan ook educator Lucienne Bartels, de bouwers van de Coöperatie van Makers en Henriett Somlai voor de communicatie deel uitmaakten. Vorig jaar was Lucienne tevens gastconservator van de tentoonstelling Het Wemelt van de wezen – in verhalen, boeken en films. En nu vroeg ik Roland van den Bergh als onderzoeker en tekstschrijver te helpen bij de totstandkoming van mijn laatste expositie Schuilen – onderduik in Culemborg 40-45. U ziet: ook mijn laatste tentoonstelling maakte ik niet alleen, wel is het de eerste die niet af is …
In 2020, het jaar dat we 75 jaar vrijheid vieren, besloot ik aandacht te besteden aan de onderduik in Culemborg. Zonder de zinloze slachtoffers, het verschrikkelijke wegvoeren van medeburgers ter zijde te schuiven, wilde ik de onderduikverleners eren. Het vooronderzoek dat ik deed leverde voldoende aanknopingspunten op om een projectplan te schrijven ten behoeve van de fondsenwerving en om – na groene lichten van de fondsen – het onderzoek daadwerkelijk te starten.
Nu de opening van mijn afscheidstentoonstelling in zicht is, geeft dat een dubbel gevoel, want het stemt tegelijk trots en droef. Afscheid nemen is toch een beetje sterven, niet waar? Maar het is ook heel fijn om op zoveel moois terug te mogen kijken. En om vooruit te blikken, want Schuilen is om verschillende redenen niet zomaar de zoveelste tentoonstelling op rij. Maanden van speurwerk en gesprekken met Culemborgers leidden tot een indrukwekkend overzicht van onderduikplekken in de Lekstad. Vaak met een bijzonder verhaal.
Dat niet alleen maakt de tentoonstelling speciaal. Ook het feit dat hij waarschijnlijk niet af is, is wel een beetje apart zo op het eerste gezicht. De factor tijd speelde een rol. Op een gegeven moment moet je stoppen met elke aanwijzing na te trekken. Daarbij vonden we het belangrijk om bezoekers te kunnen laten participeren in de tentoonstelling. Het kan maar zo zijn dat de tentoonstelling de herinnering aanwakkert en bezoekers ons nieuwe informatie geven, zodat er onderduikplekken kunnen worden toegevoegd aan de ruim dertig die het onderzoek nu heeft opgeleverd. Daar is in het ontwerp van de presentatie ruimte voor gelaten.
Wat deze tentoonstelling verder bijzonder maakt is dat er drie plekken zijn nagebouwd. Daarin kunnen bezoekers een kijkje nemen om te ervaren hoe het was om voor de nazi’s te moeten schuilen. Jesse bezocht de huizen waarin deze verstopplaatsen zich bevonden en maakte schetsen. Het team van de Coöperatie van Makers zette deze om in werktekeningen en bouwde de schuilplaatsen na. Ik durf de vergelijking met het Anne Frankhuis wel aan. Natuurlijk gaat het in het Culemborgse museum om reconstructies, terwijl het Achterhuis authentiek is. Maar een kijkje nemen in een schuilplek die een op een is nagebouwd, in het besef dat die levens gered heeft, doet toch wel iets met je.
Alle tot nu toe gevonden onderduikadressen zijn op een grote luchtfoto van Culemborg uit 1945, gemaakt door de Engelse piloot Hughes*, gemarkeerd met oranje vlaggetjes. Dat de onderduik plaatsvond onder de neus van de nazi’s wordt duidelijk door zwarte vlaggetjes op de kaart. Die duiden de huizen aan waar de Duitse bezetter was ingekwartierd. Dit onderstreept het risico dat onderduikverleners namen om een ander te helpen. Ze zagen zichzelf niet als helden, maar ze zijn het wél! Met gevaar voor eigen leven, hielden Culemborgers zeker honderd personen voor langere of kortere tijd verborgen. Deze schatting is aan de voorzichtige kant, omdat op veel adressen meerdere personen zaten, alleen is niet altijd precies bekend hoeveel. Het ging onder meer om Joden, ontduikers van de tewerkstelling, geallieerde piloten en verzetslieden – volwassenen, maar ook kinderen en jongeren.
Dankzij Lucienne kunnen gezinnen met kinderen vanaf tien jaar de tentoonstelling op verschillende manieren beleven. Tijdens een familieberaad ga je terug naar Culemborg tijdens de oorlog en leef je mee met de Joodse familie Van Spier die voor de moeilijke beslissing staat: ‘Onderduiken of niet?’. In werkelijkheid duikt de familie onder en overleeft zo de oorlog. Met een koffer vol spullen speel je het evacuatiespel. En een puzzelroute voert je langs verschillende onderduikplekken en -verhalen. Scholen kunnen zich aanmelden voor een educatief programma onder begeleiding van museumdocent, Sjanne Emans. Die ook weer garant staat voor twee super leuke Doe-Mee-Ateliers voor kinderen in de mei- en herfstvakantie.
Om de cirkel rond te maken kom ik nog even terug op mijn motto: een tentoonstelling maak je niet alleen. Mijn grote dank gaat uit naar alle Culemborgers die hun verhalen voor deze en andere tentoonstellingen met ons wilden delen. Zonder de stad geen actief museum. Ik ga die kleine parel aan de Lek en hun inwoners missen.
Ook mijn lieve, geweldige collega’s, niet in de laatste plaats die van het Weescafé en alle vrijwilligers (daartoe reken ik ook mijn bestuur) die altijd voor ons klaar staan, ga ik enorm missen. Maar mijn keuze het Elisabeth Weeshuis Museum vaarwel te zeggen is goed. Na vijftien jaar ga ik mijn geluk elders beproeven en laat ik het museum met een gerust hart over aan degenen die blijven en de nieuwe directeur Leonieke Terlouw. Ik wens haar alle succes en veel prachtige tentoonstellingen toe!
De tentoonstelling is te zien van 14 maart tot en met 1 november 2020.
* De foto is afkomstig uit de bibliotheek van de Wageningen University & Research
Flight 024
Run 01
Photo 3091
Date 1945-03-02
Height 18500 feet
Scale 1:10800
Sortie R4/1879
Pilot Hughes
Squadron CA 556 Pt 2; 4 SQDN
WUR library ID 296554