Illustratie: Suzanne Huijs
Niet klagen, maar dragen
Maaike Sterk (1918-2013)
Fotoatelier Ypma, 1928. De weesjongen wacht op het weesmeisje. Daar is ze! Netjes gekleed in haar geplooide rok, korte jak, boezelaar en witte muts. Klaar voor de foto? Gelaten kijkt Maaike Sterk de lens in. Na het harde leven in het weeshuis, wacht haar nog meer tegenslag. Haar kleinzoon tekende Maaikes verhaal op.
Als Maaike 8 is, verliest ze haar moeder Antonia. Vader Arnoldus zit zonder werk en met zijn handen in het haar. Speijer en Riek, de oudste kinderen, redden zich wel. Zusjes Nettie en Lenie vinden onderdak bij familie en vrienden. Maar Maaike en haar broertje Nol? Vader Sterk schrijft de protectoren aan, en in 1927 komen de kinderen in het weeshuis.
Maaike vindt het er niet leuk. Nol ziet ze alleen tijdens het eten. Het boenen van de vloeren vergeet ze nooit meer. Een lichtpuntje is beste vriendin Lien. Vader Sterk vaart inmiddels voor Reederij op de Lek. Eén keer mag Maaike met hem op familiebezoek in Eindhoven. Zusje Nettie komt in 1930 ook in het weeshuis.
Maaike gaat naar de Huishoud- en Industrieschool. Op haar 17e verlaat ze het weeshuis en start als dienstbode. Eerst bij de familie Klein, Goilberdingerstraat 30, daarna bij tandarts Loeber in Rotterdam.
Dan wordt Maaike verliefd op Daan Bakker, maar er breken ook moeilijke tijden aan. Zus Riek sterft in 1939 in het kraambed. Daan wordt gemobiliseerd soldaat, maar blijft gelukkig ongedeerd bij de Duitse inval op 10 mei 1940. Een jaar later trouwen Maaike en Daan in Culemborg.
Juni 1940 doen de Duitsers huiszoeking in Maaikes ouderlijk huis, Rijksstraatweg 9. Vader Arnoldus en zoon Speijer zijn communist. Als de Duitsers in 1941 Rusland aanvallen worden ook Nederlandse communisten gearresteerd. Vader en zoon komen terecht in kamp Neuengamme. Daar overlijdt Arnoldus in mei 1942. Speijer wordt enkele maanden later doodgeslagen in de trein naar concentratiekamp Dachau.
Na een doodgeboren zoontje krijgen Maaike en Daan in 1944 dochter Tonnie. In 1950 komt nog een jongetje levenloos ter wereld. Op Dodenherdenking gaat Maaike naar hun graven, bedekt met vergeet-mij-nietjes. Ze raakt elke keer zo van streek, dat Daan zegt: je moet maar niet meer gaan. Kleinzoon Michael wordt geboren, en Maaike verwent hem natuurlijk. In 2002 komt achterkleindochter Maaike. Wat is ‘superoma’ trots op haar!
Daan is drie jaar eerder overleden, na een warm huwelijk van 58 jaar. Over de oorlog en het weeshuis spreekt Maaike liever niet meer. ‘Niet klagen, maar dragen’, zegt ze. Maaike Sterk overlijdt thuis, een maand voor haar 95ste verjaardag.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.