Illustratie: Suzanne Huijs
‘Wild en woest’
Bernarda Philippi (1845-1928)
Bernarda verliest haar ouders in een Culemborg vol armoede, honger en sterfte. In het weeshuis blijkt het een pittig ding. Als dienstmeisje raakt ze ongetrouwd zwanger. Waar kan ze naartoe? Met een weduwnaar start Bernarda alsnog een wettig gezin.
Bernarda is de enige overlevende dochter van zwavelstokkenmaker Pieter Philippi en zijn tweede vrouw Gerrigje. Een nakomertje, met nog vijf oudere halfbroers en zussen uit vaders eerste huwelijk. Als moeder Gerrigje overlijdt, is Bernarda nog maar een kleuter. Op haar 10e verliest ze ook haar vader. Binnen zes weken, op 14 april 1856, wordt Bernarda een Elisabethwees.
Net als de familie Philippi hebben Culemborgers het moeilijk. Velen bezwijken door gebrek aan aardappels en graan. Er breekt cholera, griep en malaria uit. De winters zijn streng. Het Elisabeth Weeshuis neemt een record aantal kinderen op. In het jaar van Bernarda ruim dertig.
De kinderen krijgen les in het weeshuis. Keurig oefent de 14jarige Bernarda onder toezicht van de weesvader de kleine schrijfletters n, m, c, o en a. Het briefje is bewaard gebleven. Daarnaast leert ze wassen, koken en poetsen in het weeshuishouden.
Een gedragslijst omschrijft de 16jarige Bernarda als ‘wild en woest’. Ze is zeker niet de enige. Het huis zit in die tijd vol met ‘beschadigde’ pubers. Streng gestraft lijkt Bernarda nooit te zijn.
Ze mag zelfs logeren bij haar halfbroer in Utrecht. In 1863 verhuist ze er ook naartoe, als dienstmeid, nog geen 18 jaar oud. Bij haar afscheid dankt ze de protectoren ‘voor de verpleging in ’t gesticht en de uitzet’. Op hun beurt wensen zij haar ‘alle goeds voor het vervolg’.
Tien jaar blijft het stil. Dan blijkt dat Bernarda in 1873 is bevallen van een dochter: Gerarda. Vader onbekend. Heeft haar werkgever zich aan haar vergre pen? Of heeft ze niet goed opgepast? Haar baan is Bernarda kwijt. En vader Pieter is er niet meer om haar bedgenoot op zijn ‘verantwoordelijkheid’ te wijzen, zoals toen gebruikelijk was. Hopelijk kon haar Utrechtse halfbroer zich ontfermen over de ongehuwde moeder.
Twee jaar later trouwt Bernarda met weduwnaar Pieter Swanenburg. Gerarda erkent hij niet als zijn dochter, toch wordt ze vermoedelijk wel deel van hun gezin. Samen krijgen Pieter en Bernarda nog vier kinderen. Ook hun oudste dochter Elisabeth Swanenburg wordt ongehuwd moeder. Vijf jaar lang bieden de ouders hun dochter en kleinzoon onderdak, tot Elisabeths huwelijk in 1901.
Na de dood van haar man in 1913 blijft Bernarda in Zeist wonen. Ze is 83 jaar geworden.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 52 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.