
Illustratie: Suzanne Huijs
Schipperskind
Bernardus Jägers (1857-1942)
Bernardus wordt liever schipper dan kleermaker, dat zit in de familie. Na zijn huwelijk stapt hij aan boord van de ‘Stad Culemborg’, de sleepboot van Van Hoytema’s jeneverstokerij. Een portret van een trouwe en harde werker.
Bernardus is het kind van Petrus Jägers en Johanna van Haaren. Petrus werkt als schipper op de Lek, net als zijn vader voor hem. In 1862 sterft de 42-jarige Petrus. Liep hij door zijn reizende bestaan een besmettelijke ziekte op, zoals cholera? Moeder Johanna onderhoudt het gezin door buitenshuis als naaister te werken. Vijf jaar later wordt ze ziek en overlijdt.
Bernardus (9) gaat naar het Elisabeth Weeshuis. Hij leert voor kleermaker, maar het water trekt. In 1875 vertelt Bernardus (17) de protectoren dat hij liever schipper wordt. En dan snel het huis verlaten, alstublieft. En zo gebeurt het. De jongen gaat aan de slag bij schipper Bekkers, die hem gelijk in dienst neemt.
Tussen zijn 19e en 22e dient Bernardus 1,5 jaar als korporaal in het leger. Dankzij het militair register weten we hoe hij eruitziet: 1,71m lang, ovaal gezicht met ronde kin, blond haar, grijze ogen en een spitse neus. Dan ontmoet hij Eva Jansen en in 1882 trouwen ze. Het paar woont in de buurt van de Culemborgse haven en krijgt twaalf kinderen.
Net vader geworden, start Bernardus in 1883 als dekknecht op de sleepboot bij Van Hoytema & Co. Aleid en Johan van Hoytema runnen een jenever- en likeurstokerij, en een hele verpakkingsindustrie op de Veerweg. Een eigen vloot haalt grond- en brandstoffen op, zoals aardappelen, zand, chemicaliën, wilgentenen en kolen. Kisten vol jeneverflessen gaan naar Rotterdam. En worden daar overgeladen op schepen richting Afrika.
Zou voormalig protector Aleid van Hoytema hem de baan hebben bezorgd? Al snel wordt Bernardus schipper op de sleepboot. Onregelmatig en hectisch werk. Soms werkt hij ook op andere Van Hoytema-schepen als stoker of dekknecht. De geboorte van dochter Angenieta (1895) moet hij missen. In 1908 meldt de Culemborgsche Courant dat de trouwe Bernardus 25 jaar dienst is.
Na WOI stokt de handel in Culemborgse jenever. Van Hoytema & Co. maken plaats voor de sigarenfabrieken Van Uden en Dejaco. De vrachtwagen vervangt steeds vaker de stoomboot. Dat betekent weinig of geen werk meer voor schippers als Bernardus. Gaat hij aan de slag als sigarenmaker?
Een onzekere tijd, waarin ook zijn vrouw Eva overlijdt na veertig jaar huwelijk. Bernardus woont afwisselend bij een van zijn volwassen kinderen. Geen vetpot, want in 1933 werkt Bernardus (75) nog altijd als stripper in een sigarenfabriek. Eind 1942 overlijdt hij, 85 jaar.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.