Illustratie: Suzanne Huijs
Steun aan elkaar
Corrie van Beurden (1925-2014)
Na de dood van vader en moeder valt het gezin Van Beurden uiteen. Corrie en haar twee zusjes moeten naar het Elisabeth Weeshuis. De meisjes hebben steun aan elkaar, maar Corrie mist de warmte van een gezin. Die leert ze opnieuw kennen na haar gedwongen vertrek.
‘Ja, ergens ben ik thuis’, vertelt de 84-jarige oud-wees Corrie van Beurden bij een bezoek aan het Elisabeth Weeshuis in 2010. Ze woonde er van haar 8ste tot haar 18de jaar.
Corrie groeit op in het kinderrijke gezin van meubelmaker Gerrit van Beurden en zijn vrouw Johanna. Bij de geboorte van hun tiende kind in 1933 bezwijkt Johanna aan kraamvrouwenkoorts. Ook de baby overleeft het niet. Corrie is dan 7. Hetzelfde jaar sterft vader Gerrit aan een hartkwaal. Hun opgebaarde lichamen staan haar nog helder voor de geest.
De oudste zes kinderen Van Beurden blijven bij opoe. En Corrie moet met haar zusjes Grada (6) en Toni (5) naar het Elisabeth Weeshuis. Net als ooit hun moeder Johanna. Corrie is blij dat ze tenminste nog met z’n drieën zijn. Gelukkig zien ze grote zus Lien nog dagelijks in de kerk.
Corrie mist haar ouders, maar moeder Bosch voelt wel als een echte moeder. Is ze boven, dan stopt ze de meisjes ’s avonds in. Als puber krijgt Corrie een keer straf nadat ze is weggelopen. Na een spijtbetuiging zegt moeder: ‘Geef me maar een zoen, dan is het over.’
Tussen de weesmeisjes onderling botert het niet altijd. ‘Je moest wel een familie zijn, maar je had toch allemaal je eigen inbreng van je eerste jaren,’ zegt Corrie daarover. Met Rika Sprong ruziet ze over wie bij de oudste meisjes hoort. Die mogen op zaterdagavond met moeder Bosch winkels kijken.
In 1942 verdwijnt moeder Bosch en komt moeder Mees. De 17jarige Corrie is volgens haar ‘zeer brutaal’ en ‘zet de andere meisjes tegen mij op’. Ze moet weg. In Bussum wordt Corrie inwonend dienstmeisje bij de familie Beers. Uitgelaten speelt ze met de kinderen in de tuin. Mevrouw Beers ontfermt zich over haar als ze ziek is. Ze houden een levenslange band.
Later trouwt Corrie in Maassluis en woont boven een speelgoedwinkel, waar ze soms ook werkt. Voor de kerk maakt ze schoon en gaat ze op ziekenbezoek. Dol is ze op haar drie kinderen, zeven kleinkinderen en elf achterkleinkinderen. Een nuchtere vrouw, aldus haar oudste dochter. ‘Zo van: maak je niet druk, stel je niet aan, alles komt goed.’
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 52 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.