Fundatie Elisabeth Weeshuis Culemborg
NICOLE SPAANS BLOGT Als vrouwe Elisabeth in 1555 overlijdt, laat zij een groot bedrag na aan de ‘regte armen’ van Culemborg. De uitvoerders van haar testament, onder wie stadhouder Melchior van Culemborg, besluiten er twee weeshuizen van te bouwen, een klein in Hoogstraten voor jongens en een groot voor jongens én meisjes in Culemborg. De stichtingsakte van het Culemborgse weeshuis is bewaard gebleven.
‘Wees welkom! Daar ligt ie, daar ligt de brief die ik hier nu aan ’t schrijven ben.’ Melchior opent met deze woorden de film die bezoekers van het Elisabeth Weeshuis Museum kunnen bekijken ter introductie op hun rondgang. En inderdaad, de fundatiebrief ligt er. Niet van echt te onderscheiden. Een zogenaamde facsimile, een exacte kopie vervaardigd door Atelier Hoogduin, specialisten in papierrestauratie.
Het is een aanrader om de film te bekijken, want je wordt meteen ondergedompeld in de wereld van de weeskinderen. Het legt ook een stevige inhoudelijk basis onder je bezoek. Net zoals de stichtingsbrief het fundament was onder het reilen en zeilen in het Elisabeth Weeshuis. Van de complete brief is recent een hertaling gemaakt en er is opnieuw onderzoek verricht naar de totstandkoming ervan. Dit heeft geresulteerd in een prachtig boekje dat wordt uitgegeven door het College van Protectoren van het huis, nog altijd in functie. Het verschijnt exact 455 jaar na de ondertekening en bezegeling van de brief op 12 oktober 1560.
Waarom zoveel aandacht voor het stichtingsdocument? Het is een uniek archiefstuk dat jarenlang werd geëxposeerde in de spinzaal van het museum. Nu is het veilig opgeborgen in een geklimatiseerde ruimte van het Regionaal Archief Rivierenland in Tiel. De brief is uniek omdat er nergens in Nederland een zó gedetailleerde stichtingsakte van een weeshuis te vinden is. Dit hangt volgens de onderzoeker van het weeshuisarchief, historicus Machiel Bosman, samen met de betrokkenheid van jezuïetenpater Arnoldus Hezius. Kenmerkend voor de jezuïeten is hun oog voor het detail. Alles moet tot in de puntjes geregeld worden.
Zo staat er dat de kinderen eens in de drie maanden hun voeten moeten wassen en dat het personeel verboden is kraamfeesten te bezoeken. Het is prachtig om te lezen welke regels er allemaal gelden. Dat de kinderen hun handen moeten wassen voor het eten, ze wel een mes mogen gebruiken om mee te eten, maar dat daar een vaste bewaarplaats voor is in de refters, zodat ze er verder in het huis geen schade mee kunnen aanrichten. Enzovoorts. De bemoeienis van de pater blijkt niet alleen uit de gedetailleerde inhoud. Het staat zwart op wit. In een aanvulling bedankt Melchior Hezius voor zijn hulp bij het opstellen van de brief.
Maar wie is toch de daadwerkelijke schrijver van die brief? Deze vraag bleef mij bezighouden. In de film suggereren we dat Melchior hem heeft geschreven. Een dichterlijke vrijheid die de filmmakers zich permitteerden, mede omdat we, toen de film in 2013 werd gemaakt, dachten dat we de naam van de schrijver nooit zouden kunnen achterhalen. Vaak blijven secretarissen anoniem.
Op zoek naar een aanwijzing las ik opnieuw de hertaling. Ineens viel me iets op. Die hertaling bestaat uit drie documenten: de fundatiebrief, de aanvulling en de uitleg. Maar nu ik er over nadacht had ik die laatste twee documenten eigenlijk nog nooit in het echt gezien. Waar zouden de originelen zijn, aan ons overgeleverd door een transcriptie van Voet van Oudheusden? Ik raadpleegde Bosman. Hij wist; in Tiel zijn ze niet. Zouden ze dan in het archief van de Heren en Graven van Culemborg in het Gelders Archief in Arnhem terecht zijn gekomen? Bosman toog – ook nieuwsgeirig geworden – naar Arnhem, ploegde een vuistdik corpus door, maar trof de stukken niet aan. Vermoedelijk zijn ze verloren gegaan. Hij vond tussen alle 16e eeuwse paperassen wel iets anders. Een kleinood: de rekening voor het in het net schrijven van de fundatiebrief van Dirck Gerritsen. Hij voerde vaker schrijfopdrachten uit voor de uitvoerders van het testament van Elisabeth.
Wat we voor onmogelijk hielden, is toch gelukt. We weten nu wie de brief daadwerkelijk schreef. Zo zie je maar welke schatten er nog verborgen liggen in de archieven. Kom de film in het Elisabeth Weeshuis Museum eens bekijken en de fundatiebrief, en weet dat Dirck Gerritsen deze heeft geschreven in 1560, in dat fraaie, regelmatige handschrift. Wat een vakman!
Het boekje ‘Fundatie Elisabeth Weeshuis Culemborg’ met de volledige en goed leesbare tekst ligt vanaf 12 oktober in onze museumwinkel. Zo kunt u thuis genieten van 69 artikelen weeshuisgeboden en –verboden. ‘Het is een waar kunstwerk’.