Illustratie: Suzanne Huijs
Volle kracht vooruit
Hendrikus Houweling (1848–1920)
Dolgelukkig zijn Gijsbertus Houweling en zijn vrouw Arnolda met de geboorte van Hendrikus, maar ook angstig. Al twee keer eerder gaven ze hun pasgeboren zoon deze naam. Beide jongetjes overleefden niet. Deze Hendrikus redt het. Zijn leven lang zoekt hij naar kansen om vooruit te komen.
We zitten midden in de aardappelcrisis. Honger en werkloosheid drijft klompenmaker Houweling met zijn jonge gezin naar Utrecht. Het ongeluk blijft hen achtervolgen. Weer overlijdt een zoontje kort na de geboorte. En binnen twee jaar sterven ook Gijsbertus en Arnolda. Hun kinderen Johannes (11) en Hendrikus (6) blijven in 1854 alleen achter.
Pas drie jaar later duikt de 9-jarige wees Hendrikus weer op, nu in zijn geboortestad Culemborg. Op verzoek van protector Van der Meer krijgt hij een plekje in het Elisabeth Weeshuis. Net als de andere kinderen gaat hij naar de stadsschool. Wel een jongen met een ‘driftige geaardheid’, aldus weesvader Terschetten. Op zijn 17e verlaat Hendrik het weeshuis en gaat aan het werk als smidsknecht. Zes jaar lang leert hij het vak bij twee Culemborgse smederijen.
De jonge smid vertrekt herfst 1870 naar Hedel. Werkt hij daar aan de bouw van de hypermoderne metalen spoorbrug? Na een korte periode in Arnhem treffen we Hendrikus in 1875 aan in Amsterdam, waar hij al snel intrekt bij zijn getrouwde broer. Het leven in de grote stad is niet zonder risico’s. Bijna drie maanden ligt hij in de mannenvleugel van het Amsterdamse Binnengasthuis, op de afdeling huid- en geslachtsziekten.
Direct na zijn ziekenhuisontslag in 1878 start Hendrikus bij het artillerie-, stapel- en constructiemagazijn in Delft. Hier maken en herstellen ze kanonnen voor het Nederlandse leger. Hetzelfde jaar nog trouwt hij, inmiddels 30, met de Amerikaanse Maria Mallet. Het paar besluit te vertrekken naar Nederlands-Indië. Net als veel andere technici uit Delft wil Hendrikus zijn geluk beproeven in de welvarende kolonie. Een modern stoomschip brengt de Indiëgangers via het nieuwe Suezkanaal in zes weken naar hun bestemming.
Nu gaat het snel met de carrière van de avontuurlijke Hendrikus. Ruim twintig jaar werkt hij als leidinggevende in de wapenindustrie op Oost-Java. Afwisselend als onderopziener van de plaat- en bankwerkers bij de Artillerie Constructiewinkel in Soerabaja, en als ‘tweede baas smid’ bij de koloniale marine. Intussen wordt ook dochter Maria geboren. In 1899 mag de familie Houweling een jaar op verlof naar Europa, en in 1904 wordt Hendrikus eervol ontslagen.
Hij overlijdt op 72-jarige leeftijd in Malang, Oost-Java.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.