Illustratie: Suzanne Huijs
Soldaat van de keizer
Jan Streeff (1789-1812)
Oorlog en revolutie. Tijdens de Franse bezetting staat Nederland op zijn kop. Ook de bewoners van het Elisabeth Weeshuis ontkomen er niet aan. Wezen als kanonnenvlees op het slagveld van Napoleon. Na jarenlang getouwtrek moet oud-wees Jan Streeff toch het Franse leger in.
Terwijl ver weg van Culemborg de Franse Revolutie woedt, wordt op 19 november 1789 Jan Streeff geboren. Het vijfde kind in een gezin dat in totaal uit zeven kinderen zal bestaan. Als zijn ouders Teunis Streeff en Martijntje de Weerdt hun baby ten doop houden in de Barbarakerk, weten zij nog niet wat de revolutie hun zoon zal brengen.
Het leven van de 10jarige Jan neemt in 1800 plots een dramatische wending. Zijn beide ouders overlijden en samen met zijn broertje Floris komt hij in het Elisabeth Weeshuis. Het is een turbulente tijd.
Franse soldaten bezetten ons land, en hun politieke geestverwanten, de Patriotten, nemen overal de macht over. Culemborg en het weeshuis niet uitgezonderd.
In hetzelfde jaar dat Jan in het weeshuis komt, vergaderen de nieuwe protectoren niet langer in de Spinzaal. Een deel daarvan wordt afgeschot voor een aparte protectorenkamer. Hier doen de wees kinderen waarschijnlijk hun jaarlijkse examen in lezen en schrijven. Vanwege de ‘meer dan gewone geestesvermogens’ van Floris mag hij lessen Frans en tekenen volgen. Jan krijgt op advies van de moeder tekenlessen.
Keizer Napoleon zet in 1806 zijn broer Lodewijk Napoleon op de Nederlandse troon. De kleine generaal heeft soldaten nodig voor zijn oorlogen. Veel soldaten. Zijn broer wil geen dienstplicht in Holland, maar komt met het idee om weesjongens uit weeshuizen te gebruiken. De protectoren moeten hiervoor een lijst indienen van jongens boven de 18. Voorlopig ontspringt de minder jarige Jan de dans, maar de jaren erna volgen meer verzoeken. De toon wordt dwingender. De heren doen hun best om alle jongens uit militaire dienst te houden, wat wonderwel lukt. Maar de dreiging blijft.
Intussen verlaat Jan het weeshuis en gaat aan de slag als timmerman. In 1810 krijgt Nederland toch een algemene dienstplicht voor mannen vanaf 20 jaar. Een jaarlijkse loting bepaalt wie het Franse leger in moet. Jan wordt uiteindelijk toch ingeloot. Een rijke loteling kan eventueel een vervanger inhuren, maar een arme timmerman heeft die optie niet.
In november 1811 komt Jan als soldaat aan bij het 125e regiment infanterie. Zijn signalement wordt genoteerd: 1 meter 60, rood haar, blauwe ogen en een spitse neus. Jan moet mee met de Russische Veldtocht van Napoleon. Die verloopt dramatisch: nog geen tien procent van de bijna half miljoen soldaten overleeft. Velen blazen hun laatste adem uit in de koude sneeuw. Ook Jan keert niet meer terug. Zijn regiment wordt in 1812 vernietigd bij de Slag om de Berezina.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 52 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.