
Illustratie: Suzanne Huijs
Klaar voor vertrek?
Jannigje van Weelderen (1739 – 1795)
Zonder haar broertjes en zusjes stapt de 12-jarige Jannigje in 1751 het weeshuis binnen. De buitenmoeders zorgen voor een goede opleiding. Maar wie beslist of ze klaar is voor vertrek? Jannigje sticht haar eigen gezin. In de verte klinkt het geluid van marcherende soldaten…
Jannigje is de middelste van de vijf kinderen Van Weelderen. Kort na de geboorte van de jongste treffen we de 12-jarige Jannigje aan in het Culemborgse weeshuis. Is moeder in het kraambed overleden, of zijn beide ouders dood? Het gezin Van Weelderen valt uit elkaar. De oudste twee kinderen kunnen vermoedelijk voor zichzelf zorgen. De jongste twee zijn te klein voor toelating en zullen elders zijn ondergebracht.
In het weeshuis leert Jannigje boenen, schrobben, wassen, strijken, koken en afwassen. Ook naaien en breien staat op het programma. Ze krijgt les in de gereformeerde leer, hoewel daar niet altijd veel van terechtkomt. Verantwoordelijk voor Jannigjes vorming zijn de buitenmoeders. Drie of vier vrouwen van protectoren die in deze tijd het weeshuis bestieren. Met de binnenouders, die tot het lagere personeel behoren.
Als Jannigje 18 is, beslist een buitenmoeder dat ze het huis kan verlaten. Tot groot ongenoegen van de protectoren. Zij gaan over het ontslag van de kinderen! De rentmeester beoordeelt of een kind klaar is voor vertrek. Via de binnenvader horen de dames dan wel wanneer de uitzet klaar moet staan. Een splinternieuwe garderobe met hemden, rokken, jakjes, schorteldoeken, neusdoeken en boezelaars.
Wat Jannigje gaat doen na haar weeshuistijd, is onbekend. Na een moeilijke periode breken in Culemborg nu betere tijden aan. Kan ze aan het werk als dienstbode of naaister? De 31-jarige Jannigje trouwt in 1770 met Ernst van Essen. In de vijftien jaar daarna krijgen ze vijf kinderen.
Dan dreigt het Franse leger de Nederlanden in 1794 onder de voet te lopen. Stadhouder Willem V wil dat verhinderen door een groot gebied onder water te zetten. Ook de weiden en akkers bij Culemborg. De Fransen installeren zich in de stad en pikken brandstof in, want het is bitterkoud. De Culemborgers lijden onder honger en kou. Januari 1795 vertrekken de soldaten over het ijs richting Utrecht en Holland. Maanden duurt het voordat het water verdwijnt, en boeren het land weer kunnen bewerken.
Onder die omstandigheden overlijdt de 56-jarige Jannigje in oktober 1795. ‘De weduwe Van Essen’ wordt begraven op het kerkhof van de Janskerk, tegenwoordig de parkeerplaats naast de Jozefschool. Haar jongste dochter Kuynera (10) blijft ouderloos achter. Ze komt in het weeshuis, net als haar moeder.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.