Illustratie: Suzanne Huijs
‘Voorbeeld voor allen’
Jan Blommestein (1902-1983)
Jan mag priester worden. Ondanks een oogaandoening en ‘middelmatige talenten’ zet hij door. ‘Altijd ijverig, door en door goedig voor iedereen, met alles tevreden, een voorbeeld voor allen’, schrijft een docent. In het land van de onbegrensde mogelijkheden wacht hem een glansrijke carrière.
Jan is de middelste van de zeven kinderen van Jacob en Johanna Blommestein. Ze hebben een goedlopende slagerij in de Culemborgse Tollenstraat en nog een tweede zaak in de Triowijk. In 1908 sterft eerst Johanna, een jaar later ook Jacob. Vermoedelijk beide aan tuberculose.
Oom ‘Mans’ van Hazendonk, hun voogd, verzoekt de protectoren beleefd de Blommesteintjes in het Elisabeth Weeshuis op te nemen. De keuringsarts constateert bij de 7-jarige Jan een huidaandoening, een hoornvlies en een ooglidontsteking. Geen reden voor afwijzing. Vijf weken na vaders dood betreedt Jan zijn nieuwe thuis aan de Herenstraat.
Op een groepsfoto van de wezenfamilie uit 1910 kijkt Jan in de camera met een grote frons en dichtgeknepen ogen. Is hij het lange stilzitten beu, of ziet hij niet goed? Op een foto van twee jaar later draagt Jan een bril. Nog altijd die ernstige blik.
Jan groeit op in een periode van grote wanorde in het weeshuis. Weesvaders en moeders komen en gaan. In 1915 worden negen ‘lastige’ kinderen weggestuurd. Datzelfde jaar vertrekt de 13-jarige Jan naar het Seminarie van de Orde der Kruisheren in het Brabantse Uden. Hij mag doorleren voor priester.
Op het seminarie zijn ze tevreden over de vriendelijke, hardwerkende leerling uit Culemborg. In een brief aan de protectoren beschrijft Jan nauwgezet zijn drukke leven. Willen de heren zijn groeten overbrengen aan broertjes, zusjes, ooms en tante? En zeker ook aan de Culemborgse pastoor en zijn priesters? Was getekend: ‘Uw vriendje Jan’.
In 1918 ziet Jan zo slecht dat hij geen huiswerk kan maken. De protectoren laten hem behandelen bij een hypermoderne oogkliniek in Utrecht. Het lukt Jan om zijn priesteropleiding te voltooien. In 1927 leest hij zijn eerste mis in de Culemborgse Barbarakerk. Op de drukbezochte receptie nemen Culemborgers afscheid. Hun stadsgenoot vertrekt naar ‘de missiën in Amerika’.
Jan werkt enkele jaren als assistent docent in het Kruisherenklooster van Onamia, Minnesota. Daarna vertrekt hij naar de University of Notre Dame in Indiana en haalt er een Master of Arts. Tot aan zijn pensioen werkt hij er als Assistant Professor economie. Ook behartigt hij de financiële belangen van de Kruisheren in de VS. Zijn 50-jarig priesterschap wordt groots gevierd. Nederlandse familieleden komen
over op kosten van de orde. Reverent Blommestein wordt 81 jaar.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 52 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.