Illustratie: Suzanne Huijs
Vader voor de paters
Johannes Hendrikus de Vries (1895 – 1976)
‘Nu naar bed, genoeg geschreven voor vandaag. Welterusten allemaal waar U allen moogt zijn. Tot morgen 1 juni 1968, dan ga ik weer verder met schrijven.’ Johannes is 72 jaar als hij herinneringen gaat opschrijven over zijn tijd na het weeshuis. Een leven vol ‘lief en ellende’.
In 1903 verzoekt Maria van Gasteren de 7-jarige Johannes en zijn broertje Leendert op te nemen in het Elisabeth Weeshuis. Haar man s drie jaar geleden overleden en liet haar onvermogend achter. Voor de kinderen kan ze niet langer zorgen. Nu er steeds minder volle wezen zijn, nemen de protectoren ook halfwezen aan, zoals de kinderen van Maria.
Na zijn vader moet Johannes nu ook afscheid nemen van zijn moeder. Halfwezen mogen zelden op familie bezoek. Over zijn tijd in het weeshuis zijn de bronnen opvallend stil. Spookte Johannes weinig kattenkwaad uit? In 1907 hertrouwt zijn moeder. Na bijna vier jaar in het weeshuis trekken de jongens weer bij haar in.
Tien jaar later trouwt Johannes met Nellie Balvers. Ze krijgen een dochtertje, dat jong sterft en een zoon, Piet. Zoals een goed katholiek gezin in die tijd betaamt, bestemmen zijn ouders Piet ‘voor de kerk’. Op het klein seminarie in Sint Oedenrode gaat het jongetje in de leer als priester. Om in de buurt te blijven verhuizen pa en ma naar Eindhoven.
Dat verruilen ze voor Maastricht, als Johannes werk vindt bij een mijnbouw bedrijf. In 1940 reist zoon Piet zijn ouders achterna, en treedt toe tot het klooster van de paters van de HH Harten in Valkenburg. Er zijn te weinig slaap cellen en Johannes wordt gevraagd om nieuwe te bouwen. De eerste van zijn vele klussen voor dit klooster.
In 1944 moeten Johannes en Nellie dringend naar het klooster komen. Wat Piet mankeert is onduidelijk. Ze zijn te laat, blijkt uit Johannes’ memoires: ‘We vonden onze zoon dood in de kleine spreekkamer. Ontzettend! Toen was ons leven echt kapot. Maar na de zesweken dienst zei de Overste: u komt toch weer werken Pa? Er is zoveel te doen.’ Nog jarenlang blijft Johannes een vaderfiguur voor de kloosterlingen.
In 1967 viert het echtpaar De Vries hun gouden huwelijk. In een kranteninterview staat de bruidegom omschreven als iemand met levendige ogen, maar getekend door een zwaar leven. Kort daarna sterft Nellie. Het leven na haar dood valt Johannes zwaar. Een dag voor zijn 81e verjaardag sterft hij. Als dank voor zijn verdiensten wordt hij, net als zijn zoon en vrouw, bijgezet op de kloosterbegraafplaats in Valkenburg.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 52 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.