Kuilenburgse boot meert aan in museum
Op 14 september onthulde mevrouw Van Os – Van Doesburg samen met wethouder Joost Reus een bijzondere nieuwe aanwinst in de vaste presentatie: een model van de Kuilenburgse boot.
Van 1865 tot net na de Tweede Wereldoorlog was de boot een belangrijk transportmiddel voor Culemborg. Vanaf een steiger aan het einde van de Veerkade voer twee maal per dag een raderboot naar Rotterdam. De boot deed onderweg plaatsen aan als Vreeswijk, Vianen, Lexmond, Ameide, Schoonhoven, Streefkerk, Lekkerkerk en Krimpen aan de Lek. Het was een populaire verbinding voor passagiers en handelaren die hun waren, inclusief koeien, op het dek stalden. Maar ook voor de Culemborgse wezen. We weten in ieder geval van één uitstapje met de Kuilenburgse boot. Oud-wees Mevrouw Pop-van Beurden (1925-2014), die in het weeshuis woonde van 1934 tot 1942, vertelde ons in 2010:
Ik kan me herinneren dat we een keer met de Kuilenburgse boot meegeweest zijn. Ik denk naar Rotterdam. En alleen dat varen, zo hup weg, dat is mij bijgebleven. Ik kan me niet herinneren waar we uitgestapt zijn, of dat dat Rotterdam geweest is, of Schoonhoven bijvoorbeeld, dichterbij. Ik weet wel dat we ’s avonds om zes uur weer terug waren, en dat we aan boord een boterham gehad hebben. Toen we ’s avonds terug kwamen, moesten we nog warm eten.
Het model is van de ‘Nummer 6’. Deze boot werd in 1911 als laatste van de raderboten in opdracht van Reederij op de Lek in Kinderdijk gebouwd. Het was een typische Lekboot met een geringe diepgang om de vele ondiepe plekken in de rivieren moeiteloos te kunnen passeren. De Lek was toen immers nog niet van stuwen voorzien.
Als museum kwamen we de boot op het spoor toen we vorig jaar de tentoonstelling Mijn stad, mijn schat organiseerden. Hierin waren Culemborgse topstukken te zien, deze keer niet uit de museumcollectie maar van diverse particulieren. Het model, eigendom van mevrouw Van Os – Van Doesburg, kregen we via haar kinderen Kees en Willie in bruikleen. Na afloop van de expositie, toen alle andere objecten weer terug gingen naar hun eigenaars, vroeg Kees of we het model van de boot niet permanent tentoon wilden stellen. En van dat mooie aanbod hebben we uiteraard graag gebruik gemaakt. We konden zelfs nog een doos vol met bouwtekeningen, foto’s en documentatie aan de collectie toevoegen.
Samen met zijn zoon Kees bouwde Joop van Os begin jaren 70 het model. Ze besteedden er ongeveer 670 uur aan. Het was een heus familieproject: Joop maakte de romp, de vlaggetjes en alle poppetjes van ijzerdraad en leer, zijn broer Klaas zorgde voor de beschildering en zoon Kees zat tot diep in de nacht het hekwerk te solderen. Wat het extra bijzonder maakt is dat Joop en Klaas begin 20e eeuw hun jeugd doorbrachten in het Elisabeth Weeshuis.
De echte ‘Nummer 6’ voer tot 1946 op de dienst naar Culemborg, om daarna naar Duitsland verkocht te worden. Het schip takelde daar steeds verder af, tot het in 1976 werd herontdekt en naar Nederland terugkeerde. Na een grootscheepse restauratie begon de boot een derde leven begin als partyschip Kapitein Kok. In die hoedanigheid keerde het schip nog diverse malen naar Culemborg terug. Het schip is nog altijd in de vaart en te huur.