Illustratie: Suzanne Huijs
De onbekende kist
Maria Pels (1887-1957)
Edith heeft thuis een onbekende kist. Bij een bezoek aan het Elisabeth Weeshuis Museum ziet ze dezelfde kist in een andere kleur: de ‘uitzetkist’ van een weesmeisje. De kist van Edith blijkt van haar overgrootmoeder, die in het Elisabeth Weeshuis heeft gewoond. Samen met haar ouders Gerrit Jan en Emilie van Dijk ging Edith op zoek naar het verleden van oma Van der Mast, geboren Maria Pels.
‘Maria was de dochter van sigarenmaker Karel Pels en zijn vrouw Neeltje. Twee maanden na Maria’s geboorte overleed haar broer Nicolaas, pas anderhalf jaar oud. Maria kreeg daarna nog twee nieuwe broertjes, Nicolaas en Gerrit. Ze was 10, toen ook deze Nicolaas doodging. Mijn moeder Emilie, Maria’s kleindochter, herinnert zich dat oma geëmotioneerd raakte toen ze dit vertelde.
Het huwelijk van Maria’s ouders was verre van harmonisch. In 1891 verbleef het gezin enkele maanden in Rotterdam. Rond die tijd ging moeder Neeltje zich steeds vreemder gedragen. Volgens Karel kwam ze soms dagen en nachten niet thuis. Nadat Nicolaas overleed in 1897, vertrok moeder opnieuw naar Rotterdam. Datzelfde jaar werd het huwelijk officieel ontbonden. Reden: overspel van de echtgenote. Er volgde een onzekere tijd voor de kinderen. Maria verbleef met haar moeder bij opa. Gescheiden van broertje Gerrit, die bij oom Jan en tante Dina Pels in Rotterdam werd ondergebracht.
Zorgde zijn vader niet voor Gerrit omdat hij ziek was? Karel Pels overleed in 1899, binnen een jaar na de scheiding. Oom en tante wilden graag voor Gerrit blijven zorgen. De 11-jarige Maria werd geplaatst in het Elisabeth Weeshuis. Over haar tijd daar heeft ze altijd gezwegen. Via archiefonderzoek weten we wel dat Maria vertrok zodra de gelegenheid zich voordeed. De protectoren probeerden haar nog op andere gedachten te brengen, omdat ze “niet zo sterk van gestel” was. Ze bleef bij haar besluit.
In Het nieuws van den dag werd geadverteerd voor een betrekking voor een Tweede Meid. Maria startte in 1904 in Katwijk. Daarna werkte ze tot 1914 ook in Rotterdam, Bussum, Blaricum, Hellevoetssluis en Den Haag. Haar laatste dienstje was bij een landmachtofficier en zijn gezin. Ze trouwde in 1914 met de ‘oppasser’ die het uniform en de militaire uitrusting van hun werkgever verzorgde: Dirk van der Mast uit Moerkapelle.
Na haar huwelijk woonde Maria enige tijd in Moerkapelle. Korte tijd later verhuisde het paar naar Rotterdam. Een zeer gelukkig huwelijk, waaruit drie dochters werden geboren. Zij kregen elk één dochter, en een daarvan is mijn moeder Emilie. Maria Pels is 70 jaar geworden.’
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.