Mijn stad mijn schat
Van 30 maart tot en met 2 september 2018 is in het Elisabeth Weeshuis Museum te Culemborg de tentoonstelling Mijn stad mijn schat te bezichtigen. Voorwerpen en verhalen van Culemborgers geven een overzicht van 700 jaar stadsgeschiedenis. Soms een schitterend erfstuk dat generaties werd doorgegeven, soms een muntje dat op de grond viel en eeuwen later gevonden werd, soms zelfs een weggegooid voorwerp dat op de bodem van een afvalput bewaard bleef.
In 2018 viert Culemborg dat het 700 jaar geleden stadsrechten kreeg. Zeven eeuwen stad betekent ook zeven eeuwen bewoning door Culemborgers. Mensen die handel dreven, hun huis inrichtten, zich kleedden en mooie dingen maakten. En daarbij – bewust of onbewust – ook voorwerpen nalieten voor het nageslacht. In deze tentoonstelling toont het weeshuismuseum geen museumobjecten, maar schatten die Culemborgers thuis koesteren. Want overal in de stad bewaren mensen kleine stukjes geschiedenis. Aan de muur, in een vitrinekast of gewoon in de schuur of op zolder. Nu zijn ze eenmalig, samen met een portret en het verhaal van hun eigenaar, te zien in het museum.
Tijdens het bezichtigen van ‘Mijn stad mijn schat’ maakt de bezoeker onder anderen kennis met stadsbewoners Ton van Kempen en Nicolien van de Beek. Zij vertellen over een bijzondere vondst onder hun huis tijdens een verbouwing. “Een trap leidde naar beneden en kwam uit in een met modder gevulde ruimte. In een hoek stond een pot, keurig rechtop. Helaas zonder gouden munten er in, maar wel helemaal gaaf.” Het museum kon de pot identificeren als een aspot uit de 17e eeuw. Ook Addie Keizer neemt deel aan de expositie. “Het gevoel, als je metaaldetector uitslaat en er een gave zilveren munt van onder de modder tevoorschijn komt, blijft je altijd bij. Je staat oog in oog met de historie: zo’n munt werd eeuwen geleden voor het laatst door iemand aanschouwd.”