Illustratie: Suzanne Huijs
Steun aan het geloof
Neeltje de Boef (1843-1884)
Als Neeltje in het Elisabeth Weeshuis komt, is ze al zwaar getroffen door verlies. Tijdens haar verblijf overlijdt ook de rest van haar familie. Vindt Neeltje houvast in het geloof? Haar huwelijk met een evangelist duidt daar wel op. Ook haar nakomelingen vinden er inspiratie in, met verstrekkende gevolgen.
Neeltje groeit op in het grote gezin van steenvormer Aart de Boef en zijn vrouw Willemina. Ze wonen in een klein huisje ‘op den Steenoven’. Het is armoe troef en het hele gezin helpt mee met het zware werk in de steenfabriek. Drie broertjes sterven al op jonge leeftijd.
Nog maar een peuter is Neeltje als haar ouders in 1847 kort na elkaar overlijden. Mogelijk door voedselgebrek, of een van de vele infectieziektes. Vijf kinderen laten ze achter. Oom Laurens, voogd, vraagt het weeshuis om opname van Albertus (9) en Kaatje (6). Neeltje (3) en Huibert (12) vinden onderdak bij een stoelenmaker in de stad. De 11-jarige Jacob komt vermoedelijk bij oom Laurens in huis.
Dan overlijdt zus Kaatje in het weeshuis en de 8-jarige Neeltje mag haar plaats innemen. Ze lijkt heel ijverig, zoals blijkt uit twee prachtige schrijfoefeningen met stichtelijke spreuken. Neeltje wordt opgevoed in het geloof van haar ouders: Nederlands Hervormd. Ondertussen sterven ook haar drie broers. Vindt ze troost bij de weesmoeder? Heeft ze steun aan het geloof? Als de 17-jarige Neeltje in 1861 het weeshuis verlaat, is ze helemaal alleen.
Haar eerste dienstje is bij een Culemborgse civiel ingenieur. Daarna woont ze in bij een politieagent. Het lijkt erop dat een huisgenoot Neeltje aan een nieuw dienstje helpt. Ze vertrekt naar een makelaar in Rotterdam. Vanaf 1865 werkt ze als dienstmeid op vier verschillende adressen in Utrecht.
In 1868 trouwt de 25-jarige Neeltje met Johan Weidner, sigarenmaker en later evangelist. Neeltje en Johan wonen op meerdere plaatsen in Utrecht, waar drie kinderen worden geboren. Daarna verhuizen ze naar Pijnacker, de Haarlemmermeer en in 1883 met inmiddels zes kinderen naar Den Bosch. Een jaar later overlijdt Neeltje onverwacht in Utrecht, 40 jaar oud. Vermoedelijk een natuurlijke dood. Weduwnaar Johan hertrouwt nog drie keer.
Jongste zoon Johan Hendrik wordt zendeling en pastoor voor de Zevende-dags Adventisten. Zijn kinderen, Neeltjes kleinkinderen, groeien op in de Zwitserse bergen. Twee van hen, Gabriëlle en Johan, worden verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog. Johan is de grondlegger van de Dutch-Paris ontsnappingslijn in 1941, de Zwitserse Weg. Hij emigreert naar de Verenigde Staten. Gabriëlle wordt opgepakt en overlijdt in 1945 in Ravensbrück-Königsberg. Beiden worden onderscheiden voor uitzonderlijke moed.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.