Illustratie: Suzanne Huijs
Naar de Oost
Remmert Sterk (1802-1838)
Remmert tuurt naar de groene bergtoppen. Zachtjes tikt de regen op zijn hoge klephoed. Al drie dagen hebben de manschappen op het Nederlandse fregat het eiland in zicht. Op 15 februari 1829 meren ze eindelijk aan. Remmerts rijkversierde uniform, geweer met bajonet en korte sabel maken indruk op de Javanen. Wat is het heet!
Eerst terug naar de winter van 1805. Notaris De Ridder spoedt zich naar een klein huisje in de Culemborgse polder De Hond. Daar treft hij landarbeider Teunis Sterk aan op zijn sterfbed. Omgeven door vijf ‘bijna naakte’ kinderen. De jongste is Remmert (3), hij kan nog niet lopen. Behalve wat krakkemikkige meubeltjes en een drassig weilandje erven de kinderen Sterk alleen schulden.
Willemijntje (17) en Floris (13) worden door de notaris ‘gekleed’ en gaan werken voor hun kost en inwoning bij ‘goede mededogende mensen’. Aaltje (7) en Teunis (9) mogen naar het Elisabeth weeshuis. De kleine Remmert neemt De Ridder voorlopig zelf in huis. Drie jaar later, als de jongen bijna 7 is, wordt ook Remmert toegelaten. Net te jong, maar al ‘kloek’ voor zijn leeftijd. Hij treft er alleen Aaltje, Teunis is direct na aankomst al overleden.
Tien jaar later hoort Remmert van de protectoren dat zijn tijd in het weeshuis erop zit. Hij is klaar om voor zichzelf te zorgen, op één ding na. Vanwege zijn ‘onvatbaarheid voor het leeren’ is hij nog geen lid van de Hervormde Kerk, waarin hij is gedoopt. Een aandachtspunt voor de toekomst!
Remmert wordt militair en dient zeven jaar bij de landmacht. Dan stapt hij aan boord van de driemaster Handel Maatschappij richting Java. Hij vecht mee in de Java-oorlog (1825-1830): een conflict tussen de koloniale regering van Nederlands-Indië en de inlandse bevolking onder leiding van prins Diponegoro. De moeizame Nederlandse overwinning levert Remmert een onderscheiding op.
December 1830 vaart Remmert met het fregat Baron van der Capellen terug naar Nederland. Hij ligt op zijn brits en is ziek. De afgelopen maanden is hij kilo’s afgevallen. Hij heeft hevige buikpijn en bloedt soms uit zijn neus. Ongeschikt voor verdere dienst, aldus de militaire arts. Eindigt hier na negen jaar Remmerts militaire loopbaan?
Tot ieders verbazing knapt hij in een mum van tijd op in de kazerne van Harderwijk. Aan de slag maar weer. Dit keer naar Grave, om de vesting te beschermen tegen de opstandige Belgen. In augustus 1835 vertrekt Remmert opnieuw naar Oost-Indië, om niet meer terug te keren. Hij overlijdt in Kedung Kebo (Midden-Java), 36 jaar.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.