Illustratie: Suzanne Huijs
Verlaten ‘jongetie’
Willem van Eijk (1759-1776)
Als Willems vader en moeder sterven, laat zijn familie hem in de steek. Heeft dat te maken met de bescheiden erfenis? Ook in het steenrijke weeshuis wordt hij niet met open armen ontvangen. Daar hebben ze andere dingen aan hun hoofd.
Zeven maanden na hun huwelijk verwelkomen Jillis van Eijk en Elizabeth Sprong hun enige kind Willem. Voordat hij 4 is, overlijdt Willems vader en hertrouwt zijn moeder. Als ook zij kort daarna sterft, gaat zijn stiefvader niet voor hem zorgen. Waar moet de kleuter naartoe?
Willem komt terecht bij zijn oud-oom Arie. Die neemt hem uit ‘Christelijk medeleijden’ in huis. Zijn grootouders kijken niet naar Willem om, aldus Arie. Toch kan hij Willem onmogelijk bij zich houden. Het kind heeft ‘niets om van te kunnen worden onderhouden’. Dus vraagt hij het Culemborgse weeshuis om het ‘jongetie’ op te nemen.
Bestuurders van stad en graafschap Culemborg gaan in deze periode over toelating. De protectoren adviseren slechts, vaak negatief. Door een ruim toelatingsbeleid kwam de instelling zwaar in de schulden, is het argument. Het jaar dat de aanvraag voor Willem binnenkomt, zitten er nog maar negen kinderen. Ondertussen wordt het weeshuis rijker en rijker. En trekken de protectoren de macht naar zich toe.
Ook over Willem oordelen ze negatief. Volgens de regels van de eeuwenoude fundatiebrief van het weeshuis is hij nog te jong. En hij lijdt aan ‘hoofdzeer’, een zeer besmettelijke huidziekte. Zijn liefdeloze grootouders kunnen Willem best in huis nemen. Moet het weeshuis dan maar opdraaien voor de kosten van wezen met zulke weigerachtige familieleden? Ja, besluiten de bestuurders. Voorwaarde is wel dat Willem eerst 7 jaar moet zijn, en ook genezen.
En zo gebeurt het. Op zijn 7e verjaardag, 9 december 1766, komt Willem in het weeshuis wonen. Zoals gebruikelijk wordt hij eerst gewassen en zijn haar gemillimeterd. Dan krijgt hij de weeshuiskleding aan: een broek en een borstrok, met daaroverheen een jasje. Op de linkermouw prijkt de letter E.
Jongens van Willems leeftijd leren voor kleermaker, knoopmaker of schoenmaker. Zo blijkt uit het ‘Handwerksboekje’ waarin dat is bijgehouden. Achter Willems naam staat niets. Was hij toen al ziek? Negen jaar verblijft hij in het weeshuis. In 1776 overlijdt hij daar ook, 16 jaar oud.
Willems lichaam wordt in een lijkwade gehuld. Onder klokkengelui begraaft men hem in de Barbarakerk. De begrafenis bekostigen de protectoren met de opbrengst van Willems ‘geringe goedertjes’. De waardevolste voorwerpen zijn enkele zilveren gespen.
Dit verhaal is onderdeel van het project Wij waren wees waarin vrijwilligers samen met museummedewerkers de levensverhalen van 48 kinderen die opgroeiden in het Culemborgse Elisabeth Weeshuis onderzoeken. Lees meer over Wij waren wees.
Bij het onderzoek naar het leven van de weeskinderen en de samenstelling van de verhalen over hen is de uiterste zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks onjuistheden in voorkomen dan verzoeken wij u deze te melden.