
Als Willems vader en moeder sterven, laat zijn familie hem in de steek. Heeft dat te maken met de bescheiden erfenis? Ook in het steenrijke weeshuis wordt hij niet met open armen ontvangen. Daar hebben ze andere dingen aan hun hoofd.
Zeven maanden na hun huwelijk verwelkomen Jillis van Eijk en Elizabeth Sprong hun enige kind Willem. Voordat hij 4 is, overlijdt Willems vader en hertrouwt zijn moeder. Als ook zij kort daarna sterft, gaat zijn stiefvader niet voor hem zorgen. Waar moet de kleuter naartoe?
Willem komt terecht bij zijn oudoom Arie. Die neemt hem uit ‘Christelijk medeleijden’ in huis. Zijn grootouders kijken niet naar Willem om, aldus Arie. Toch kan Willem onmogelijk bij hem wonen. Het kind heeft ‘niets om van te kunnen worden onderhouden’. Dus vraagt Arie het Culemborgse weeshuis om het ‘jongetie’ op te nemen.
Bestuurders van stad en graafschap Culemborg gaan in deze periode over toelating. De protectoren adviseren slechts, vaak negatief. Door een ruim toelatingsbeleid kwam de instelling zwaar in de schulden, is het argument. Het jaar dat de aanvraag voor Willem binnenkomt, wonen er nog maar negen kinderen. Ondertussen wordt het weeshuis rijker en rijker. En trekken de protectoren de macht naar zich toe.
Ook over Willem oordelen ze negatief. Volgens de eeuwenoude opnameregels is hij nog te jong. En hij lijdt aan ‘hoofdzeer’, een zeer besmettelijke huidziekte. Zijn liefdeloze grootouders kunnen Willem best in huis nemen. Moet het weeshuis dan maar opdraaien voor de kosten van wezen met zulke weigerachtige familieleden? Ja, besluiten de bestuurders, en overrulen de protectoren. Voorwaarde is wel dat Willem eerst 7 jaar moet zijn, en genezen.
Zo gebeurt het. Op zijn 7e verjaardag, 9 december 1766, verhuist Willem naar het weeshuis. Na de gebruikelijke wasbeurt wordt zijn haar gemillimeterd. Dan krijgt hij het weeshuisuniform aan: een broek en een borstrok, met daaroverheen een jasje. Op de linkermouw prijkt de letter E.
Jongens van Willems leeftijd leren in deze tijd meestal voor kleermaker, knopenmaker of schoenmaker. Zo blijkt uit het ‘Handwerkboekje’ waarin dat is bijgehouden. Achter Willems naam staat niets. Was hij toen al ziek? Negen jaar verblijft hij in het weeshuis. In 1776 overlijdt hij daar, 16 jaar oud.
Willems lichaam wordt in een lijkwade gehuld en onder klokkengelui begraven in de Barbarakerk. De begrafenis bekostigen de protectoren met de opbrengst van Willems ‘geringe goedertjes’. De waardevolste voorwerpen zijn enkele zilveren gespen.
© 2025 - alle rechten voorbehouden - gebouwd door WISCH - Privacyverklaring - Huisregels