Al die regeltjes en verplicht breien. Halfwees Katrien Ansems (7) wil helemaal niet in het Elisabeth Weeshuis wonen, maar ze moet. Bijna een eeuw later, in 2008, startte haar kleindochter Rina Kemler als vrijwilliger in het Elisabeth Weeshuis Museum. Ze onderzocht het leven van haar oma.
In 1912 overlijdt mijn overgrootvader, de 35-jarige sigarenmaker Antonius Ansems. Kostwinner van een gezin van acht kinderen. Zijn vrouw Alida laat een brief schrijven aan het weeshuis om twee, liefst drie van haar dochters op te nemen. Mijn oma Katrien en haar zus Alida worden toegelaten. Hun jongere zusje Cornelia is 5 jaar en gaat naar haar grootmoeder.
Van mijn moeder weet ik dat Katrien alle regels in het weeshuis niet zo leuk vond. En dat ze elke dag verplicht moest breien. Ze zat voor straf in het kolenhok of op zolder. Bij mijn onderzoek ontdekte ik dat Katriens moeder bij de protectoren moest komen en hoorde dat haar dochter een ‘onwillig kind’ was. De weesmoeder is in die tijd ook erg streng en liefdeloos. En de weesouders maakten vaak ruzie.
Na drie jaar worden Katrien en haar zus teruggestuurd naar hun moeder. Die woont inmiddels ongehuwd samen. Schandelijk, vinden de heren protectoren, maar ze is niet de enige. Andere kinderen met een samenwonende moeder mogen wel blijven. Maar ja, die zijn niet zo lastig!
Op haar 18e verliest Katrien ook haar moeder. Kort na haar 19e verjaardag trouwt ze met Cees Vermeulen. Samen krijgen ze drie zonen en een dochter, mijn moeder. In 1937 overlijdt hun tweede zoon aan een blindedarmontsteking in het Culemborgse Algemeen Ziekenhuis. Na een kort verblijf in Ede, bij Katriens jongste zusje, keren ze terug naar Culemborg en vinden in 1939 een woning aan de Veerweg.
Cees werkt als chauffeur bij de firma Kronenburg. Dit bedrijf verhuist in 1950 naar Hedel, en hij en zijn gezin gaan mee. Hier ben ik in 1952 ook geboren. Mijn ouders, broertje en ik verhuizen in 1959 weer terug naar Culemborg. Katrien en Cees blijven nog in Hedel wonen tot 1967, maar komen dan ook terug. Katrien overlijdt in 1982, bijna 78 jaar oud.
Vooral toen ik net begon in het museum, moest ik veel aan oma denken. Waar liep ze, waar stond haar bedje? Kreeg ze veel straf, omdat ze weer eens niet wilde breien? Met mijn eigen kleindochter, toen 7 jaar, luisterde ik naar de verhalen op de meisjesslaapzaal. Ik keek haar aan, en dacht aan oma: wat was je nog jong toen je hiernaartoe moest.
© 2025 - alle rechten voorbehouden - gebouwd door WISCH - Privacyverklaring - Huisregels